Antwoord op vragen over het sociaal domein

Andere zorgverlener helpt mijn kind

Als uw kind hulp kan krijgen van andere zorgverleners biedt de gemeente geen hulp. Bijvoorbeeld hulp of zorg van de huisarts of via de zorgverzekeraar.

Voordat uw kind hulp krijgt, bekijkt de gemeente of hulp mogelijk is via een andere zorgverlener. In bepaalde gevallen kan uw kind hulp of zorg krijgen via uw zorgverzekeraar of het CIZ. Als u die hulp of zorg kunt krijgen, dan heeft die voorrang op de hulp door de gemeente.

De gemeente hoeft dan geen hulp te bieden. De volgende hulp of zorg heeft voorrang op hulp door de gemeente:

  • zorg Wlz (Wet langdurige zorg): als uw kind blijvend 24 uur per dag zorg en/of permanent toezicht nodig heeft
  • zorg Zvw (Zorgverzekeringswet): als uw kind medisch noodzakelijke zorg nodig heeft
  • Passend onderwijs: als uw kind op school hulp bij het volgen van de lessen nodig heeft

De gemeente biedt ook bepaalde hulp voor uw kind die u via een ander team kunt krijgen. Deze hulp regelt u niet via het jeugdteam, maar via het Wmo-team. Het gaat dan vooral om hulpmiddelen, zoals een rolstoel of bepaalde vervoersmiddelen (zoals een scootmobiel, brommobiel, speciale fiets of gebruik van een taxi of aangepaste auto). Maar ook een aanpassing in de woning vanwege een beperking van uw kind regelt u via het Wmo-team.

De gemeente biedt algemene hulp en specialistische hulp. De algemene, lichtere vormen van hulp kunt u direct krijgen. De specialistische, zwaardere vormen hulp kunt u pas krijgen na een beslissing van de gemeente hierover.

De gemeente kan bepalen dat de algemene hulp voorrang heeft op de specialistische hulp. Het kan dan zijn dat uw kind geen specialistische hulp krijgt, omdat de algemene hulp al een oplossing kan bieden.

Lees ook